Peter Island

Jammer genoeg is het niet gelukt om de buitenboordmotor aan de gang te krijgen dus hebben we niet de onderwater route kunnen zwemmen bij Trunk Bay. Wel jammer, maar niets aan te doen. Er staat te veel wind om naar de kant te zwemmen.

Vandaag gaan we naar Peter Island, waar we de Kaat ontmoeten. We hebben flink veel wind tegen tot 36 kt en gaan tussen de eilanden soms maar 1,8 kt maar later gaan we 3 kt. Dus het stukje naar Peter Island doen we in 4,5 uur. Onderweg krijgen we ook nog een flinke regenbui over ons heen. Dus weer het zeilpak aan.

Om 14:45 liggen we voor anker in Great Harbour. Het ankeren ging niet eenvoudig maar met de hulp van Jan-Willem lukte het. Ook heeft hij een bougie voor ons en dat is gelukkig de oplossing voor de buitenboord motor. Hij doet het weer!

’s Avond eten we we met negen mensen op de Kaat: Jan-Willem, Manja, Simen, Deirdre, Mark, Lida en ons drieën. Jan-Willem heeft de barbecue aan gedaan en we eten heerlijk. Papa heeft een tonijn/oester salade gemaakt en een lemoncake…mmmmmm…heerlijk.

St. Thomas

We liggen voor anker bij de Yacht Haven Marina. Het is te duur om in de haven zelf te liggen. Om 9:00 zou er iemand van de CBP in et kantoor zijn maar deze is er niet en moeten we toen naar de veerhaven om in te klaren. Weer de zelfde vrouw als de eerste keer, maar dit keer iets minder schreeuwerig. Vreemd genoeg hoeft alleen de boot ingeklaard te worden, wij zelf dus niet. Ik snap er helemaal niets meer van, maar goed dit is ook weer gedaan. Het koste US$ 35,- en 2 uur. Vandaag zijn er boot race’s in de haven we gaan kijken maar echt snappen doet we het net. Soms vertrokken er drie soms één. Ze gaan we allemaal hard en maken veel geluid dus ik denk dat het vooral om de snelheid en het geluid gaat voor het publiek.

Maandag lukt het om een ticket te kopen voor Patricia van St. Thomas naar Puerto Rico op 5 mei. Hierdoor heeft ze een dag langer vakantie met ons. Later op de dag vertrekken we naar St. John.

Puerto Rico

Vandaag komt Patricia met het vliegtuig aan op Puerto Rico. Gisteren zijn we van Tortola aar Fajado, Marina del Rey gezeild. Het was een wilde toch doordat de golven kort en hoog waren.

’s Morgens kwam eerst de CBP langs en daarna moesten we met een taxi naar het CBP house voor de boot. Het CBP house ligt in een andere stad waar we dus met een taxi naar toe gingen. Daarna weer veel papier werk en toen konden we weer terug naar de boot.

’s Avonds werden we door dezelfde taxichauffeur opgehaald en naar het vliegveld gebracht. Onderweg zagen we, net als in Amerika, om de paar kilometer een Burger king, McDonald, Wendy, Pizza Hut en een grote Mal.
We hadden onderhandeld over de prijs en konden heen en terug voor US$ 80,-. De normale prijs is US$ 75,- enkele reis. Patricia’s vliegtuig lande op tijd zodat we weer snel weg konden naar de haven.

De volgende ochtend vroeg vertrokken terug naar de USVI. We hadden natuurlijk wind tegen Het is hier altijd oosten wind dus veel op de motor gevaren. Patricia werd onderweg nog zeeziek en dat was zo erg dat ik haar een prik met “antimisselijk” heb gegeven. Daarna heeft ze niet meer overgegeven en veel geslapen. ’s Avonds laat voor anker gegaan in de baai van Charlotte Amalie bij de Yacht Haven Marina.

Gaudeloupe – St. Thomas – Tortola

20 april vertrokken uit Pointe-a-Pitre op weg naar St. Thomas. Het waait lekker en we gaan al een speer. Continu 6-7 kt op het log en dat alleen met de genua uit. Het is een eenvoudge route gewoon rchtdoor voor 48 uur en dan een stukje naar rechts en dn een stukje naar links.

Op 22 april 9:20 liggen we in de Frenchtown marina. Het ging nog niet eenvoudig. Er was ons verteld dat er voldoen water zou staan in de haven en het was 10 cm te weinig dus lagen we vast aan de grond. De wind begon ons al verder lager wal op te duwen. Gelukkig werder we opzij geduwd door een dinghy en lagen we weer los. Daarna een andere box toegewezen. Toen we daar lagen kregen we nog excuses voor de verkeerde ligplaats.

Direct naar de Custums and Border Protection gegaan. Als het goed is is alles in orde maar het blijkt dus niet zo te zijn. Ik had informatie gekregen van de CBP dat ik een cruising permit nodig had en mij daarna moest aanmelden. Ook had ik formulier I94-W ingevuld dat was allemaal goed maar daar hoorde ook een visum bij. Blijkt dat we toch nog een visum nodig hebben en we moeten weer weg (of een boete van US$ 3.500,- betalen). We gaan dus maar weer op weg. Ondanks dat we beide erg moe zijn.

We moeten naar de BVI en Tortola is het dichtbij zijnde eiland. 15 nm verder op. Maar hiernaar toe is het wel wind en stroom tegen dus dat gaat niet erg snel. De hele tocht gaan we niet harder dan 3 nm. We gaan naar Soper’s Hole. Tussen allerlei kleine rotsen die net boven water uitsteken. Het is hier net Noorwegen alleen de wegwijzers missen we en het is hier een stuk warmer.

Om 14:20 liggen we aan de mooring in West End Soper’s Hole. Morgen moeten we om 8:45 met de veerboot naat St. John en ’s avonds naar Puerto Rico voor Patricia.

Dominica: Vicoria waterval

Vandaag zijn we naar de Victoriawaterval geweest. Dit hebben we gedaan samen met een gids. Deze gids Harrison was ook de bootboy die ons touw door het oogje deed. Daarnaast is hij dus: visser, gids en grootgrondbezitter.

Om 9:15 werden we opgehaald met zijn vissersboot en gingen we naar de kant. Hij had al een oude auto gehuurd, een 4×4. Eerst nog benzine getankt en was fruit gekocht en toen op weg naar de waterval. Onderweg nog een rumhut bezocht en papa natuurlijk een fles gekocht. Bleek achteraf wel hele sterke rum te zijn.

Na een ruige tocht op goede wegen, Harrison houdt van hard rijden, kwamen we bij de het dorp Victoria aan. Het is namelijk nog een uur lopen en 5x de rivier oversteken voordat we bij de waterval zijn. Nadat we de rivier 2x overgestoken zijn zien we een paar mensen kijken waar ze naar toe moeten. Wouter en Elizabeth waren ook op weg naar de waterval, zonder gids, en zagen niet waar ze de rivier over konden. De handelsman Harrison direct zijn diensten aangeboden voor een prijsje en we gingen met twee meer naar de waterval. Het was maar goed dat we een gids bij ons hadden, want zelf had ik nooit de oversteken gevonden. Bij de derde oversteek verloor ik mijn schoen, papa direct er achter aan en had hem te pakken. Echter verloor zij nu zijn eigen schoen en daar ging Harrison achterna. Toen alle schoen weer aan waren verder naar de waterval. Het was er erg mooi. Lekker gezwommen in het bekken en Harrison sprong een aantal keer van een hoge rots af. Om daarna een joint te roken (is hier heel normaal en goedkoop).
De terugweg ging zonder bijzonderheden. Bij het dorp aangekomen hebben we een vegetarische warme lunch gegeten. Ik vond het wel lekker, papa niet. Na de lunch nog rond gereden over het eiland en toen terug naar de boot. De kosten:

– auto EC$ 150,-
– benzine EC$ 50,-
– lunch EC$ 15,- pp
– Harrison EC$ 80,-

St. Lucia – Martinique

Het plan was om 8:30 te vertrekken naar St. Pierre op Martinique. Het werd echter 10:30 omdat, door een ongeluk, de douane niet om 8:00 aanwezig was. Daarna deed internet het niet dus werkte eSeaClear ook niet.

Bij het ongeluk zijn vier mensen omgekomen. De ambtenaar vertelde dat ze de onderdelen van de doden bij elkaar aan het zoeken waren.

Dus nadat we eindelijk vertrokken waren, de zeilen omhoog en varen. Er stond een lekker windje en uit een goede hoek. Vlak bij Martinique werden we opgeroepen door de Kaat. Ze zouden snel weggaan uit St. Martin weggaan opweg naar Quadeloupe. Er is een kans dat we ze tegen komen. Na een paar uur zeilen riepen ze ons weer op. En wat bleek ze zaten een paar 100 meter achter ons. Snelheid geminderd en Manja had de motor aan gezet om on in te halen. Toen Kaat langzij was gooide Jan-Willem paaseieren over. Deze waren heel lekker. Daarna wensten we elkaar een goede pasen en een goede vaart.

Het was voor ons al wat laat en de wind viel weg. Om in het donker ergens aan te komen is ook niet zo fijn dus bij Fort-de-Frans voor anker gegaan.

St. Lucia

St. Lucia is een eiland waar we niet lang gebleven zijn. We zijn eerst naar Soufriere geweest en de volgende dag naar Rodney Bay Marina.

Soufriere is een kleine stad, waar wel van alles gebeurd. Ook zijn de bootboys wat vriendelijker maar willen nog steeds geld voor alles wat ze doen. Je kan wel merken dat er een vulkaan in de buurt is . Het rook er naar H2S (rotte eieren geur). Ook werd de boot helemaal zwart op de waterlijn.

De volgende dag naar Rodney Bay gevaren. Daar was geen haven meester meer aanwezig dus maar een plaatje genomen. Hebben daar dus één dag gratis gelegen en één dag betaald. Wel een grote supermarkt dus konden eindelijk weer eens normale dingen kopen. Verder is er een zwembadje dus konden we weer eens met oet water schoon worden.

Het inklaren kan hier met de computer via eSeaClear. Het zou makkelijker moeten gaan maar het duurt alleen langer. Inklaren van 8:00 tot 11:30 en uitklaren van 8:00 tot 10:30. Dus sneller is het niet.

We zijn wel erg kort geweest in St. Lucia, misschien komen we er nog een keer, want ik wil de vulkaan eigenlijk ook zien en niet alleen ruiken.

St. Vincent: Wallilabou

Tussen Bequia en St. Vincent is maar een klein stukje varen. Er stond wel veel wind (>20 kt). Ik had echter minder wind verwacht dus we hadden de dinghy nog achter ons aan slepen. Maar wanneer we harder dan 6 kt vaarde begon de dinghy gekke bochten te maken. Dus de tocht langzamer dan 6 kt gevaren en dan ging het goed.

Toen we bij Barrouallie waren zwaaide een visser ons toe. Hij vaarde bijna voor ons en we moesten uitwijken om hem niet over te varen. Hij wilde graag een sleepje naar Wallilabou (0,5 nm). Ik dacht laten we aardig doen en we namen hem op sleeptouw. In de Wallilabou baai aangekomen begint hij onze touwen vaste te maken aan een mooring boei. Ik dacht nog aardig van hem, maar dat was dus niet zo. Voor het vast maken wilde hij EC$ 20,- krijgen. Het bleek dus dat het hem hier om ging. In eerste instantie heb ik geweigerd want hij had ons helemaal niets gezegd over betalen voor iets wat iedereen zelf kan. Hij haalde de security van het hotel erbij en die vertelde dat het wel gebruikelijk is om te betalen. Om van alle ellende af te zijn heb ik hem EC$ 10,- gegeven. Daar was hij het niet mee eens. Hij begon te dreigen over de boot in brand steken en toen hij de security man af had gezet en weer terug roeide deed hij schiet bewegingen naar ons.

In het hotel betaalde we voor de mooring en ik vertelde wat ons was over komen. De politie is nu ingeschakeld en zullen actie ondernemen. De man in de roeiboot heet: Beak Nicolous en heeft een kleine roeiboot met rood en blauw. Hij heeft altijd een gele broek aan, dus als je hem ooit ziet zwaaien: hard doorvaren.

Verder is de Wallilabou baai een mooie baai, de moeite waar om te bezoeken onder andere door de resten van de filmset van Pirates of de Caribbean. Vandaag gaan we naar de Wallilabou waterval en uitklaren. Morgen op weg naar St. Lucia.

Bequia

We liggen nu in de Admiralty bay bij Port Elizabeth. Port Elizabeth is een klein stadje maar wel een stadje waar papa van droomt. Je hoeft namelijk alleen maar met je bijboot naar de steiger en je bent in de bar.

Verder zijn er een paar kleine watersportwinkels en een paar supermarkten. Er is een een leuke markt, gemaakt met Canadees geld, waar je verse groente en fruit kan kopen. Verder is er niet veel.

Toen we aankwamen kwam er een taxiboot naar ons toe of wij een mooring wilde. Deze was voor ons nodig omdat het te diep voor ons was. Deze mooring was wel erg duur EC$ 50,-. Hierdoor zijn we ook maar één nacht gebleven.

Tobago Cays

Van Union Island is het maar een klein stukje naar een prachtig natuurpark: Tobago Cays Marine park. We zijn er naar toe gegaan voor het rif en natuurlijk de schildpadden. We hebben veel foto’s en een paar filmpjes (fotoboek 11).

Het hoogte punt waren natuurlijk de schildpadden maar ik heb ook twee roggen gezien. Eén stekelrog en een gevlekte adelaarsrog waar ik een foto en film van gemaakt heb.

We zijn twee dagen in het park geweest en vonden het jammer om weg te gaan.