Wij zijn al ruim een week onderweg naar Franse Guyana. Eindelijk voel ik me wat beter. Ik durf in de kuip te gaan zitten. Ik weet dat ik veilig en droog op de boot zit en toch geven mij de bewegende muren van zout water een beroerd gevoel. Oceaan is een grote meester voor wie ik bang ben en die mij vaak misselijk maakt. De reis duurt me te lang. Ik ben een ram die van vaste land onder zijn voeten houdt en graag bergjes op en afloopt.
Aan het begin van onze reis was ik 2 dagen zeeziek ondanks dat ik zeeziekte pleister heb gebruikt. Ik zat alleen binnen met Jonathan en Elisabeth. De zee was aardig wild en de kuip was op dat moment niet geschikt voor ze. Bovendien ik was nog niet aan toe. Ik lag de hele dag op de bank als een zeug met de biggetjes aan haar tiet. Tot vandaag moet ik aan het biggetje denken die op de Kaapverdische Eilanden bij de slager te koop lag. Mijn maag kneep toen dicht en ik voelde verdriet dat deze biggetje zo aan zijn einde moest komen. Wat hebben onze biggetjes het toch goed bij ons dacht ik voor me zelf. Jonathan klom op me en gaaf me een diep tissue massage terwijl hij de boeken uit de boekenkast trok die niet voor hem bestemd waren.
Zeilen is geen luxe voor de gene die het nog niet weten. Onze schone beddengoed waar ik zo trots op was was binnen 2 dagen vies doordrenkt met zweet, urine, ontlasting en braaksel van Elisabeth, moedermelk, zout water, etensresten en heel veel kruimels. In de koelkast is een pot met augurken uitgelekt en in de opslagruimte onder de bank is een pot met gegrilde paprika’s opengegaan. Over de tapijt zijn ontelbare etenswaren en dranken heen gegaan en ook de half gare brood die Marcel in de koekenpan wilde omdraaien.
Mijn tweede zeeziekte pleister was bijna uitgewerkt. Elke pleister werkt voor 72 uren. Dit keer ga ik proberen geen pleister te plakken. Marcel denkt dat ik genezen ben, maar nee hoor. Volgende dag zonder pleister begin het ellende weer. Ik voel me zeeziek en ik braak. Snel plak ik weer een pleister achter mijn oor die pas de volgende dag gaat werken. De pleisters geven wat verlichting maar tegelijkertijd ook bijwerkingen. Ik kan mijn ogen niet focussen van dichtbij.
De tijd gaat door en we varen verder. Op een ochtend heb ik een vislijn uitgegooid. Het duurde niet lang en we hebben een vis gevangen. Die heb ik snel om z’n leven gebracht en voorbereid als avondeten. Het was net voldoende voor ons vier en het was verrukkelijk lekker. Paar dagen later weer een vislijn uitgegooid en direct een grote goud makreel van driekwart meter gevangen. Te grote hap voor ons dus ik heb hem weer los gelaten. Daarna nooit meer wat gevangen.
Op de dag van aankomst op Iles du Salut van Franse Guyana ben ik de hele dag zeeziek en ik braak ondanks dat ik de pleister heb. Marcel heeft net gegijpt en de boot ging anders schommelen. Marcel zegt dat het tussen mijn oren zit en dat ik nerveus ben van de aankomst. Ik weet niet wat het is maar het is onaangenaam.
We arriveren hier rond zes uur in de avond. De zon is net onder. We horen kippen, een haan en cicades veel gezellige herrie maken. De begroeiing van de eiland is dik en prachtig. Overal sterke en gezonde palmbomen overgeladen met kokosnoten. Ik ga met Marcel snel de zeilen opruimen en Ben gaat pannenkoeken bakken. Rond acht uur gaan we allemaal uitgeput slapen.
.
Jeetje wat een ellende als ik zo lees. Ik hoop dat je snel echt kan genieten maar dat zal wel. Dit heb je in ieder geval achter de rug. Groetjes
Eva, wat een heerlijk verhaal over hoe je de tocht ervaren hebt. Op de foto kijk je energiek en enthousiast ! Heel veel groeten en liefs voor jullie allen, Erik en Ernie